Beter dik of dun flosdraad?

Elke dag een keer flossen is erg belangrijk. Op je tanden vormt zich namelijk plak: een dun, witgelig laagje dat voor het overgrote deel bestaat uit bacteriën. Als dit te lang blijft zitten, veroorzaken die bacteriën tandvleesontsteking en gaatjes. Bovendien verkalkt de achtergebleven plak dan tot tandsteen, waaraan zich weer nieuwe plak hecht. Daardoor begint het hele proces opnieuw, wat ervoor zorgt dat de gaatjes en tandvleesontsteking erger en erger worden. Uiteindelijk kan het zo uit de hand lopen dat de ontsteking je kaakbot aantast. Dan kunnen je tanden en kiezen los gaan staan, of uiteindelijk zelfs helemaal uit je mond vallen. Om deze narigheid te voorkomen, is het noodzakelijk om dagelijks alle plak van je tanden te verwijderen. De plak op het oppervlak van je tanden poets je weg met je tandenborstel. Maar ook tussen je tanden zit plak, waar je tijdens het tandenpoetsen niet bij komt. Om ook deze plak netjes weg te halen, is het daarom belangrijk om ook iets te doen aan interdentale reiniging: ‘reiniging tussen de tanden’ (het woord ‘interdentale’ is afkomstig van het Latijnse ‘inter’, wat ‘tussen’ betekent, en ‘dentes’, wat ‘tanden’ betekent). Als de ruimtes tussen je tanden groot zijn, kun je dit waarschijnlijk het beste met ragers doen. Heb je kleinere ruimtes tussen je tanden, dan zijn stokers de beste keuze. Voor de kleinste ruimtes wordt flosdraad aanbevolen.
Als je ragers gebruikt (zoals bijvoorbeeld die van Lactona of Interprox), staat op elk pakje precies de borsteldiameter en dikte. Je moet namelijk de juiste maat zien te vinden voor jouw gebit. En in elke dikte kun je de verschillende soorten ragers – extra zacht, in een hoek gebogen of met fluoride – wel vinden. Maar als je dan met flossen wilt beginnen, wat is dan het beste flosdraad? Ook flosdraad is er namelijk in verschillende diktes, maar in tegenstelling tot ragers is er een verschil in de werking. Zowel op verpakkingen van dik als van dun flosdraad staat dat dit toch echt beter is. Maar wat is nou uiteindelijk het beste voor je gebit? Kun je beter dik of dun flosdraad hebben? En als geen van beide je echt bevalt, wat zijn dan de alternatieven?
De voordelen van dik of dun flosdraad
Als de ruimtes tussen je tanden wat aan de grote kant zijn voor flosdraad, is wat dikker flosdraad een voor de hand liggende optie. Maar ook los daarvan is het logisch dat veel mensen de voorkeur geven aan dikker flosdraad. Het breekt immers minder snel dan dun flosdraad. Bovendien is het makkelijker vast te houden, zelfs als het nat is. Dat maakt dat het in veel gevallen praktischer werkt dan dunner flosdraad. Daarnaast heeft dik flosdraad meer oppervlak. Als je ermee tussen je tanden beweegt, neem je dus ook meer plak mee. Je zou dus kunnen stellen dat dikker flosdraad ook efficiënter is. Een voorbeeld van wat dikker flosdraad is Johnson & Johnson Tandzijde Gewaxt. Dit flosdraad is speciaal voor mensen die de voorkeur geven aan dikkere tandzijde. Het is bedekt met een waslaag, waardoor het makkelijk tussen je tanden glijdt. Dankzij de zijdeachtige structuur van het flosdraad rafelt of breekt het niet, wat natuurlijk al helemaal handig is.
In het geval dat je tanden erg dicht op elkaar staan, is dun flosdraad natuurlijk de beste keuze. Maar het heeft wel meer voordelen als je flosdraad niet zo dik is. Dun flosdraad komt immers makkelijker tussen je tanden dan dik flosdraad. Daardoor heb je minder kans op irritaties, en bovendien beschadig je je tandvlees er minder makkelijk mee. Verder komt dun flosdraad makkelijker in de smalste delen van je interdentale ruimtes. Je kunt er dus echt alles mee reinigen, waardoor je gebit helemaal schoon wordt. Een voorbeeld van wat dunner flosdraad is Oral-B Essentialfloss. Dit flosdraad is bedekt met was, waardoor het niet rafelt. Bovendien laat het een heerlijk frisse mintsmaak achter. Dit verdrijft de vervelende nasmaak van het flossen en geeft je een heerlijk schoon gevoel.
Een combinatie van dik en dun flosdraad
Zowel dik als dun flosdraad hebben voor- en nadelen. Mocht je nu echt niet weten wat jij het handigst vindt, dan kun je Oral-B Ultrafloss eens proberen. Dit is flosdraad dat je helemaal kunt uitrekken, zodat het dun genoeg wordt om makkelijk tussen je tanden te glijden. Vervolgens veert het weer terug in de oorspronkelijke vorm, waardoor je met het toegenomen oppervlak meer plak kunt verwijderen. Dit flosdraad is dan ook speciaal ontworpen om irritatie te voorkomen. Bovendien heeft het een lekker frisse mintsmaak.
Het idee van dik en dun flosdraad combineren is ook terug te zien in Meridol Special Floss. Dit is flosdraad speciaal voor mensen met bruggen, kronen of implantaten. Het zijn voorgesneden draden met een dik middenstuk en dunnere uiteinden. Die uiteinden hebben scherpe puntjes, zodat je ze als een soort brugnaalden kunt gebruiken. Zo kom je makkelijk bij alle moeilijke plekken in je mond. Het middenstuk bevat een formule die werkt via twee soorten fluoride: aminfluoride en tinfluoride. De aminfluoride vormt een beschermende laag over je tanden en maakt je tandglazuur sterker. De tinfluoride helpt intussen om aanslag te blokkeren en je tanden te beschermen dankzij de antibacteriële werking. Samen maken deze stoffen je gebit dus een heel stuk sterker en gezonder. Bovendien werkt dit alles snel en houdt het effect langdurig aan.
Waterflossen
Maar ook zonder dat je flosdraad dik, dun of allebei is, kun je nog best je tanden flossen. Met een waterflosser heb je namelijk helemaal geen flosdraad meer nodig, en klinisch onderzoek heeft uitgewezen dat het net zo effectief is als gewoon flossen. De Philips Sonicare Airfloss Pro HX8331/01 maakt bijvoorbeeld gebruik van een technologie met lucht- en microdruppels. Deze waterflosser haalt daarmee 99,9% meer plak weg dan een gewone handtandenborstel. Dankzij de speciale spuitkop kun je makkelijk richten. Bovendien duurt een waterflosbeurt maar zestig seconden, dus je bent zo klaar.
Het beste flosdraad: dik, dun, allebei of geen van beide?
Het blijft lastig kiezen. Dik flosdraad breekt niet zo snel, is makkelijker te hanteren en bereikt meer oppervlak. Maar dun flosdraad glijdt dan weer makkelijker tussen je tanden, past beter in smalle delen en geeft minder kans op irritatie. Als je probeert het te combineren, krijg je interessante alternatieven zoals flosdraad dat uit te rekken is en dan weer terugveert. Je zou zelfs kunnen overwegen om over te stappen op waterflossen, zodat je helemaal geen flosdraad meer nodig hebt.
Hoeveel ruimte je tussen je tanden hebt is natuurlijk het allerbelangrijkste als het gaat om het uitzoeken van goed flosdraad. Dat maakt immers dat dikker of dunner flosdraad voor jou beter zal werken of niet. Verder kun je je het beste baseren op wat jij het prettigst vindt. Kom je er niet uit, vraag dan je tandarts of mondhygiënist eens om advies: hij/zij heeft hier immers een professioneel kijk op. En uiteindelijk zijn alle opties die hierboven genoemd zijn beter dan niet flossen. Dat één keer per dag doen zorgt er immers voor dat je geen gaatjes krijgt en je tandvlees gezond blijft.