Met een kunstgebit gewone tandpasta gebruiken

Het is een veelgemaakte fout: je tanden blijven poetsen als je een kunstgebit hebt. Of nou ja, je tanden met tandpasta blijven poetsen. Maar waarom is dit eigenlijk zo verkeerd? Wat gebeurt er precies als je je tanden wel 'gewoon' met tandpasta blijft poetsen? En hoe kun je met een kunstgebit je tanden dan wél poetsen? Laten we maar eens bij het begin beginnen, bij dat kunstgebit dus.
‘Volledige uitneembare prothese’
Misschien denk je bij protheses meteen aan oude mensen, maar geloof het of niet, meer dan drie miljoen Nederlanders hebben een prothese. Dat is bijna één op de vijf mensen. En als je er even over nadenkt, is dit eigenlijk niet zo vreemd. Protheses zijn uiteindelijk een vervanging van tanden of kiezen die je kwijtraakt. En een tand of kies kwijtraken is nou niet bepaald lastig. Je kunt vallen, een tand verliezen bij het sporten of een ongeluk krijgen in het verkeer… of nog weer iets heel anders. Maar gelukkig zijn er oplossingen zat als je je tand eenmaal kwijt bent. De tandarts kan dan namelijk implantaten en protheses plaatsen, zodat je gebit weer compleet wordt. De meest extreme vorm hiervan is een kunstgebit. Dit wordt ook wel de ‘volledige prothese’ genoemd: hij wordt geplaatst als echt ál je tanden en kiezen weg zijn. Een kunstgebit is ook wat je noemt uitneembaar: je kunt je gebit ‘uit’ doen. Om het weer ‘in’ te doen, kun je gebruik maken van een kleefcrème of kleefpoeder, zoals Ecosym Fix Kleefpasta. Maar dat hoeft niet altijd. Het punt is namelijk dat je speeksel ook een soort zuigende werking veroorzaakt tussen het kunstgebit en je tandvlees. In principe zou een kunstgebit dus ‘gewoon’ moeten blijven zitten. Maar ja, dat gebeurt nou eenmaal niet altijd. Want elk gebit is anders, dus ook elk kunstgebit is anders.
Kunstgebitten worden namelijk op maat gemaakt door tandartsen en tandtechnici. Daarvoor nemen ze eerst een eerste afdruk van je gebit. Dat gebeurt met een zogenaamde standaardlepel en een soort schuim. Deze eerste afdruk gaat naar een tandtechnisch laboratorium, waar ze een gipsmodel maken. Op die manier wordt er een individuele lepel vervaardigd, waarmee er vervolgens een preciezere afdruk gemaakt kan worden. Daarna begint een heel proces om het kunstgebit precies de goede kleur, vorm en werking te geven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamde beetplaten, die met een waslaagje zijn bedekt. Ze worden gebruikt om je kaakspieren te imiteren en uit te vinden hoe je bovenkaak op je onderkaak reageert, zodat het kunstgebit daarop kan worden aangepast. Het resultaat van al dat werk? Een ‘pasprothese’ die je kunt proberen, om te zien of je tevreden bent over je nieuwe tanden. Zoniet, dan kan deze nog worden aangepast. Ben je wel tevreden, dan gaat de pasprothese naar het tandtechnisch laboratorium, waar ze hem uitvoeren in kunststof en netjes afwerken. Vanaf dat moment heb je een kunstgebit.
Even wennen
Met een kunstgebit leven is niet zo simpel als het klinkt. In het begin al helemaal niet. Dagelijkse dingen als praten en eten worden namelijk ineens heel anders. Ook is je gezicht veranderd, wat meestal even wennen is voor jou en natuurlijk ook voor je omgeving. Daarnaast kan een kunstgebit in het begin behoorlijk zeer doen, omdat je mond er op bepaalde plekken nog niet op is aangepast. En dan is er nog iets, wat veel mensen vergeten.
Een kunstgebit is namelijk zachter dan een gewoon gebit. Het scheelt niet veel, waardoor het lijkt alsof het niet uitmaakt. Maar als je je tanden gaat poetsen, heeft dit een verrassend effect. Aan tandpasta worden namelijk altijd schurende ingrediënten toegevoegd. Dat is logisch, want door de schurende werking worden tandplak en bacteriën van je tanden losgemaakt, waardoor je gebit weer schoon wordt. Het enige probleem is dat de werking van de schurende middelen is afgestemd op gewone tanden. Als je dan een kunstgebit hebt in plaats van gewone tanden, is deze schurende werking te sterk. Dat betekent dat er krassen op je kunstgebit komen. Het verraderlijke van deze krassen is dat ze met het blote oog niet te zien zijn. Maar bacteriën zien deze microscopisch kleine krasjes wel, en vinden er een prettige schuilplaats waar ze kunnen uitbreiden en groeien. Dat is fijn voor de bacteriën, maar minder fijn voor jou. Deze bacteriën maken je kunstgebit namelijk langzaamaan verder kapot. Ook veroorzaken ze meestal een slechte adem. Met een gewone tandpasta blijven poetsen als je een kunstgebit hebt, is dus niet handig.
Wat dan wel?
Je zult je nu misschien afvragen wat het alternatief is. Je kunsttanden maar gewoon helemaal niet poetsen is in elk geval geen goed idee, want dan geef je de bacteriën al helemaal vrij spel. Leren leven met de slechte adem dan maar? Dat hoeft gelukkig niet. Tandenpoetsen met een kunstgebit is alleen een beetje anders dan wat je gewend bent. Zo is het belangrijk om een kunstgebit na elke maaltijd even af te spoelen. Daarnaast wordt het aanbevolen om het kunstgebit twee keer per dag even uit te doen en te borstelen met een speciale, zachte gebitsborstel, zoals een Jordan Protheseborstel. En de tandpasta? Daarvoor zijn een heleboel gespecialiseerde alternatieven. Een voorbeeld is Corega Fresh Cleanse. Deze prothesetandpasta doodt bijna alle bacteriën en plak, verwijdert aanslag en houdt je gebit vijf uur lang heerlijk fris. En hij schuurt niet. Zo kun je met een kunstgebit dus toch je tanden poetsen.